Home
dsc00500.jpg
Als bodybuilders niet trainen worden ze nog gekker PDF Print E-mail
Door: Dr. Who   
dinsdag, 07 februari 2006
Wedstrijdbodybuilders lijken sprekend op anorexiapatiënten. Dat zeggen Canadese psychologen. Dat ze er geestelijk niet nog veel slechter aan toe zijn komt omdat ze zo hard trainen. Dat houdt hun brain chemistry in balans.
Onderzoekers als Harrison Pope - je kunt niet om hem heen - zeggen dat in ieder geval een deel van de bodybuilders lijdt aan Biggarexia of Omgekeerde Anorexia. Maar in hoeverre lijken die bodybuilders nu psychisch op anorexiapatiënten? Om dat te achterhalen onderzochten de Canadezen 46 vrouwen met anorexia en 22 mannelijke bodybuilders, die op zijn minst aan één wedstrijd hadden meegedaan. Beide groepen hadden een gemiddelde leeftijd van in de twintig.

De onderzoekers lieten hun proefpersonen zeven vragenlijsten invullen. Elke vragenlijst meet een psychologische eigenschap waarvan je kunt verwachten dat die bij anorexia of bodybuilding een rol speelt.

1. Body esteem. Hoe positief of negatief denk je over je lichaam?
2. Self esteem. Hoe positief of negatief denk je over jezelf.
3. Fysieke anhedonia. Kun je genieten van lichamelijke gewaarwordingen als aanraking, gevoel, beweging, geur en geluid?
4. Obsessief-compulsieve persoonlijkheid. Heb je een obsessieve of 'anale' persoonlijkheid? Die in het teken staat van inperken van je emoties, ordelijkheid, doorzettingsvermogen, starheid, geweten en spaarzaamheid?
5. Obsessief-compulsieve symptomen. Tob je veel?
6. Narcisme. Hoe belangrijk vind je jezelf?
7. Perfectionisme. Stel je hoge eisen aan jezelf?

De figuur van hieronder vertelt wat voor waarden een controlegroep scoorde. Daar weer onder zie je een figuur die vertelt wat voor waarden de onderzoekers bij de bodybuilders en de anorexiapatiënten vonden.

Overeenkomsten en verschillen

Bodybuilders en anorexiapatiënten hebben allebei hoge score op het gebied van obsessieve persoonlijkheid, narcisme, perfectionisme en anhedonia.

Bodybuilders denken wat minder goed over zichzelf dan normaal, terwijl de vrouwen met anorexia juist meer van zichzelf onder de indruk waren dan normaal is.

Anorexiapatiënten vinden hun lichaam maar niks, terwijl bodybuilders juist meer over hun lichaam zijn te spreken dan normaal is.

De komst van de biggarexia

De Amerikaanse psychiaters Pope en Katz introduceerden het begrip 'omgekeerde anorexia' al in 1993. Toen schreven ze hoe ze vijftig gebruikende mannelijke bodybuilders hadden vergeleken met vijftig niet-gebruikers, en hadden ontdekt dat er zich in hun onderzoeksgroep so wie so al drie ex-anorexiapatiënten bevonden. Dat is veel - als je beseft dat slechts 0.02 procent van de mannelijke Amerikaanse bevolking lijdt aan anorexia.

Harrison Pope

Twee ex-anorexiapatiënten gebruikten nu anabolen. In totaal vertelden negen van de bodybuilders dat ze omgekeerde anorexia hadden en ook in de zomer dikke kleren droegen om hun 'te kleine' lichamen te verbergen - ook al konden ze niet meer normaal door de deur. Alle negen bodybuilders gebruikten anabolen. Vier van hen waren dat gaan doen omdat ze zich zo klein voelden.

Pope HG Jr, Katz DL, Hudson JI. Anorexia nervosa and "reverse anorexia" among 108 male bodybuilders. Compr Psychiatry. 1993 Nov-Dec;34(6):406-9. [PubMed] 
 
Conclusies

De onderzoekers vermoeden dat het narcisme ervoor heeft gezorgd dat de bodybuilders zijn gaan bodybuilden en de anorexiapatiënten zijn gaan hongeren. Narcisten zoeken activiteiten waarbij ze zich niet hoeven te meten met anderen, zodat ze zeker weten dat hun eigendunk geen knauw krijgt. Een individuele sport als bodybuilding en het thuis zitten hongeren zijn allebei van zulke bezigheden, aldus de psychologen.

Bij beide groepen speelt ook dat narcisme de personen doof maakt voor waarschuwingen dat het de verkeerde kant op gaat. Narcisten nemen in de regel niets aan van anderen. De onderzoekers verwachten daarom weinig heil van campagnes die het middelengebruik in de bodybuilding moeten terugdringen, lees je tussen de regels door.

Op biologisch niveau spelen dopamine- en serotoninespiegels een rol, vermoeden de onderzoekers. Omdat beide groepen zo'n hoge mate van anhedonia hebben, hebben zowel bodybuilders als anorexiapatiënten lage dopaminespiegels. Training verhoogt echter de aanmaak van dopamine. De onderzoekers wijzen er op dat ook tachtig procent van de anorexiapatiënten veel beweegt.

Hetzelfde is waarschijnlijk aan de hand met de serotoninespiegels. Obsessieve persoonlijkheden - zoals de bodybuilders en de anorexiapatiënten - hebben in de regel een lage aanmaak van serotonine. Trainen verhoogt ook de aanmaak van serotonine.

Met andere woorden: wedstrijdbodybuilders zijn psychisch niet helemaal gezond, maar het is goed dat ze trainen. Anders waren ze nog gekker dan ze al zijn.
Bron

Caroline Davis, Lori Scott-Robertson. A psychological comparison of females with anorexia nervosa and competitive male bodybuilders: body shape ideals in the extreme. Eating Behaviors 1 (2000) 33-46.

< Vorige   Volgende >